Volksgod Jizo in de Japanse tuin in Clingendael
Japanse tuinen zijn vergeven van de symboliek. In Nederlands oudste Japanse tuin in Den Haag is het niet anders. Aangelegd door een trendbewuste freule omvat het de belangrijkste kenmerken van traditionele Japanse tuinarchitectuur: mos, water en stenen. Bijzonder in het Haagse is Jizo, die vele bezoekers voor Boeddha aanzien.
Het kan er nog wel eens druk zijn. De Haagse Japanse tuin is kwetsbaar en daarom maar twee korte periodes per jaar open. In het voorjaar, wanneer de azalea’s volop bloeien, en in het najaar, met de Japanse esdoorns in kleurige tooi. Groot is de tuin niet en daarom is de bezoekersstroom strak gereguleerd. Vroeg in de ochtend op een doordeweekse dag langskomen is het devies. Dan hebben ook de vrijwilligers die in de tuin werken best tijd voor een praatje. De een staat met kaplaarzen in een waterpartij en haalt bladeren weg, de ander zit op de knieën voor een mosveld en plukt letterlijk met een pincet grassprietjes tussen het mos weg. Veertig soorten mos groeien maar liefst op Clingendaels zure bodem. Monnikenwerk, is mijn commentaar bij de laatste, of meditatie? Hoe dan ook stemt de tuin tot beschouwing.
Japonistisch
Toegegeven, ik loop erop. Ik speur altijd naar iets van religieus erfgoed. Vandaar mijn bezoek aan de tuin. Een traditionele Japanse tuin staat vol verwijzingen naar het shinto (of shintoïsme) en het boeddhisme. Shinto is een natuurreligie en feitelijk de oorspronkelijke godsdienst, ideologie en levensfilosofie van Japan. Shinto gaat ervan uit dat alles een ‘ziel’ heeft en dit komt terug in de Japanse tuinkunst.
Het hele ontwerp van een Japanse tuin is normaliter aan strakke regelgeving onderworpen. Alleen regen en zonneschijn lijkt aan het toeval te worden overgelaten. Freule Daisy van Brienen, de initiatiefneemster en voormalige eigenaresse van de Japanse tuin in Den Haag, had evenwel haar eigen wensen. Neem kronkelende paden. Naast slingerende waterstroompjes zijn die een must in tuinen in Japan, daar ze de wegen van het leven symboliseren. Onze levenspaden kunnen immers alle kanten opgaan, niet altijd zijn ze gemakkelijk te bewandelen en elke bocht biedt een nieuwe blik.
In de Haagse Japanse tuin ligt er naast de slingerende levenspaden evenwel één kaarsrechte, met oer-Hollandse eikenbomen aan weerszijden. In Japan heeft zo’n pad een negatieve connotatie, omdat hij boze geesten aan zou trekken. Waarom Daisy er rond 1910 toch voor koos, is niet bekend. Het maakt wel dat haar tuin eigenlijk een japonistische tuin is, geïnspireerd door de Japanse tuinarchitectuur, met vele Japanse elementen, maar feitelijk geen echt traditioneel exemplaar. De stapstenen, vlakke, licht onregelmatige stenen in het wandelpad, zijn wel weer authentiek. Ze zijn bewust geplaatst en bepalen het tempo van de wandelaar. Kleine stenen dicht bij elkaar manen tot doorlopen. Grote zijn als eilanden, waar je moet stilstaan en rondkijken. Stenen vlak boven het wateroppervlak zijn de obstakels in het leven. Je moet almaar opletten, oftewel bewust je levensstappen zetten en keuzes maken. De stenen Japanse tuinlantaarns zijn votieflichten die het duister van onwetendheid moeten helpen overwinnen. Elementen in de Japanse tuin bieden kortom handvatten om op het leven te reflecteren.
Heilige schildpad
Alles valt symbolisch op zijn plaats in het theehuis in de Haagse Japanse tuin. Vanuit dat paviljoen is een flinke waterplas te zien, maar niet waar het water naar toe gaat, waar het leven eindigt. De toekomst moet verborgen blijven. De diverse kleuren in de tuin zijn ook betekenisvol. Het vele rood in het elegante bruggetje, boombladeren en bloemen staat symbool voor vreugde en moet geluk brengen. Rood weert ook de boze geesten en kwade invloeden af. Geen wonder dat jong gehuwden er graag komen poseren voor een reportage.
Groen staat voor rust en vrede. De groene mostapijten in de Japanse tuin zijn een unicum – zeker in Nederland – die die gevoelens helpen opwekken. De lotusbloem komt op verschillende plekken terug: in het waterbassin naast het theehuis, op de hoekpunten van de brug en in de lantaarns. Het is een krachtig symbool dat voor Boeddha staat, zuiverheid, mysterie, waarheid en (weder)geboorte, zowel van lichaam als geest.
Het grote eiland in de waterplas is bij nader turen een enorme schildpad – de grote kei met punt aan het uiteinde zijn kop, de twee kleine aan weerszijden zijn poten – hét symbool voor een lang leven of onsterfelijkheid. De schildpad is een heilig dier in Japan. Hetzelfde geldt voor het hert dat ik op een lantaarn tref. Japanners beschouwen herten wel als boodschappers van de goden. Boeddha had ook een goede relatie met herten. Hij hield zijn eerste preek voor hen.
Beschermer van reizigers
De lentebloemen in het Haagse zijn aan het einde van hun bloeiperiode, als ik de Japanse tuin bezoek, maar dat deert me niet. De gevallen bloemblaadjes passen immers ook weer bij de symboliek van het leven. Het leven is vergankelijk. Dat is ook de essentie van de leer die Boeddha verkondigde. Afbeeldingen van hem zijn evenwel schaars in de tuin. Ik tref een enkele op een waterbassin, direct links voorbij de ingang, nabij een overdekt zitje. Later hoor ik medebezoekers nabij een pagode over de Boeddha onder zijn dak. Ik tref er inderdaad een boddhisattva, maar niet dé Boeddha. De verwarring is begrijpelijk. Er zit daar een kale monnik in lotushouding op een altaar. Het is evenwel de heilige of volksgod Jizo Bosatsu. Hij is een van Japans meest bekende dosojin. Hij beschermt mensen op hun levensweg – heel toepasselijk gezien de thematiek van de tuin – en reizigers in het bijzonder. Dat moet freule Daisy aangesproken hebben. Ze was zelf een fervent reizigster en maakte meerdere keren de lange reis naar Japan.
Jizo behoedt ook de zielen van (overleden) kinderen en zwangere vrouwen voor gevaar. In Japan hullen gelovigen hem vaak in rode kinderkleertjes. In de Japanse tuin in Den Haag heeft hij alleen rode lippen – met zwarte streepjes – en een rode schakelketting om zijn nek is geschilderd. Er liggen wat losse bloemen om hem heen en torentjes van wensstenen die passanten voor hem opstapelden. In Japan zijn het ouders van overleden kinderen die de stenen neerleggen. Elke steen staat symbool voor het gebed van een achtergebleven vader, moeder, broertje en zusje. Verderop in de Haage tuin staat nog een stenen pilaar met afbeeldingen van Jizo daarop. Op de een of andere manier raakt het me.
JAPANSE TUIN PRAKTISCH
De Japanse tuin maakt onderdeel uit van Landgoed Clingendael, een Rijksmonument. De hoofdingang ligt aan de Wassenaarseweg in Den Haag. Per auto kom je via de Van Alkemadelaan en de Wassenaarseweg bij het landgoed Clingendael. Let wel dat er op het landgoed zelf geen parkeergelegenheid is. Vanaf het Centraal Station Den Haag zijn Clingendael en de Japanse tuin ook goed te bereiken met de buslijnen 18 en 23.
De toegang tot het landgoed en de Japanse tuin is gratis.
Voor koffie of een eenvoudig hapje eten is er IJgenweis, het Hollandse theehuis net buiten de Japanse tuin.
Klik voor actuele openingstijden van de Japanse tuin hier.
Wil je naast Jizo meer beschermheiligen van reizigers leren kennen? Van Jozef van Cupertino in Italië tot Eleguá in Afrika en Latijns-Amerika? Download dan het gratis e-boek Mirakelse beschermers op reis.
Geplaatst in Nederland, Sightseeën
Gelabeld met Natuur, Weetjes