visverkopers-tran-quoc-pagode-hanoi

Vogels en vissen loslaten voor je karma

Massa’s vogeltjes in kleine kooien bij de ingangen van boeddhististische pagodes en tempels. Je komt ze in Vietnam, Cambodja en Myanmar regelmatig tegen. Is er water in de buurt dan staan er ook wel bakken met vissen en slakken. Waar dienen al die beestjes voor?

Al die beestjes zitten gevangen en dat is niet fijn. Daarover is iedereen het eens. Boeddhisten in Zuidoost-Azië geloven daarom dat het vrijlaten van een dier spirituele bonuspunten oplevert en de kans op pech en ellende vermindert. Het is kortom goed voor hun karma. Ze betalen graag een bedragje aan de man of vrouw die ze met kooitjes bij tempels aantreffen. De kooitjes kunnen verschillende soorten vogels bevatten, van musachtige bruintjes tot duiven. De handelaar helpt de gelovigen als het ware door eerst de vogeltjes te vangen. Tja, dat klinkt redelijk bizar. Zo ook het verhaal dat ik nabij de Preah Ang Chek Preah Ang Chorm Shrine in Siem Reap van een Cambodjaanse gids opving. Die vertelde aan twee verbouwereerde toeristen dat elk vogeltje na vrijlating zelf terugkomt naar de kooi. Ik heb niet gewacht om dat sterke verhaal te verifiëren.

Redding van de slacht

Hoe dan ook heeft een boeddhistische raad in Thailand een paar jaren terug deze taferelen verboden. Het vrijlatingsritueel is weliswaar een erkend boeddhistisch gebruik en al eeuwen oud, maar de goede werking ervan volgt uitsluitend op het vrijlaten van dieren die anders geslacht zouden worden of de rest van hun leven in gevangenschap zouden moeten doorbrengen. Het was nimmer de bedoeling dat het een wreed verdienmodel werd. Een vrij dier hoort in principe vrij te blijven.

Verstoring ecosysteem

Het blijft trouwens niet bij vogeltjes ‘bevrijden’. Zo stuit ik bij de Tran Quoc-pagode, op een eiland in het Ho Tay-meer in Hanoi, op een vergelijkbaar ritueel met vissen en slakken. Voor de brug naar de pagode staan verkopers met bakken vol en devote lieden gooien hun portie dieren op het uiterste puntje van het eiland over een muurtje in het water. Dat doen ze met plastic handschoentjes aan, nadat ze eerst gebeden hebben, vaak teksten lezend vanaf hun mobiel. Op deze praktijken met waterdieren kwam overigens net zo goed kritiek. Het is de vraag of ze overleven in de vreemde en deels vervuilde wateren waarin ze terechtkomen en zo ja, dan kunnen ze daar het ecosysteem behoorlijk verstoren. Daar zijn wereldwijd meerdere voorbeelden van. De gemiddelde boeddhistische gelovige lijkt vooralsnog niet met deze ethische dilemma’s bezig.

Geplaatst in
Gelabeld met ,