Beeld van Boeddha in lotushouding boven op de top van Tiger Cave Temple, Krabi, Thailand.

Tiger Cave Temple in Krabi vol apen

Na 1237 hoge traptreden bij een temperatuur van 30 graden Celsius sta je daar, als zweet druipende zontomaat, tegenover een ingetogen Boeddha met een view van heb ik jou daar. Het Tiger Cave Temple Complex in Krabi, Thailand, zijn de inspanning en het trotseren van apen waard.

De klim naar de Tiger Cave Temple volbracht.
Kleine en grote sculpturen van tijgers in de tijgergrot van de Tiger Cave Temple.

Wat Tham Suea heet hij in het Thai, de tempel iets ten noordoosten van Krabi, Thailand. De naam verwijst naar een tijger in een grot en daarmee naar de ontstaansgeschiedenis van het Theravada-boeddhistische complex. Oud is dat complex bepaald niet. Nog geen vijftig jaar terug kwam hier Jumnean Seelasettho (Ajahn Jumnean), een monnik voorbij. Toen hij in de grot ging mediteren, zag hij tijgers rond de grot. Een ander verhaal wil dat er een enorme grote tijger in de grot zelf leefde. Mensen vonden ook tijgerpootafdrukken op de wanden van de grot. Bovendien leek de uitstulping van de grot op een tijgerpoot. Dat waren niet de enige bevindingen die de plek sacraal maakten. Er bleek zich ook een voetafdruk van Boeddha op de top van de kalkstenen klif boven de grot te bevinden.

Genoemde monnik Ajahn Jumnean besloot zich in Krabi te vestigen. Hij stichtte het tempelcomplex annex meditatiecentrum waarvan hij, nu dik in de tachtig, nog altijd de abt is. Ajahn Jumnean is inmiddels een grote naam in binnen- en buitenland op het gebied van inzichtsmeditatie (Vipassana), de tempel werd een van de belangrijkste van Zuid-Thailand en een magneet voor pelgrims en toeristen.

Bord beneden aan de trap naar de top van de Tiger Cave Temple. Bezint eer ge begint.

1260 traptreden

De trap naar de top van de Tiger Cave Temple is redelijk berucht. Direct beneden vermeldt een bord dat hij 1237 treden telt. Dat was zo toen ik in 2017 naar boven toog. Inmiddels zijn er door een reconstructie 23 treden bij. Denk persoonlijk niet dat iemand dat verschil merkt, maar toch. Wat de trap echt vermoeiend maakt, is de enorme hoogte van de treden. Het eerste stel gaat nog wel, maar dan begint het gedonder. Sommige treden zijn meer dan 30 centimeter hoog. Daarbij is de trap enorm steil. Wat de klimmer wel helpt, is dat de trap grotendeels in de schaduw ligt en dat op palen regelmatig staat aangegeven op hoeveel treden je bent. Dat geeft een soort van moed. Eenmaal boven sta je op 309 meter hoogte. Bij aanvang van de klim was dat 10-20 meter.

Zicht op de nieuwe 99 meter hoge chedi (Thaise stoepa) op het tempelterrein beneden.
Makaken doen zich tegoed aan een offerande, een bos lotussen.
Gouden stoepa’s flankeren de trap naar de top van de Tiger Cave Temple.

Wat Tham Suea ligt midden in een tropisch regenwoud in de Kiriwongvallei. Dat zorgt voor klammige hitte. Toch vormen het klimaat en de vele treden uiteindelijk niet de grootste uitdaging. Dat zijn de apen overal. Doorgaans makaken, soms gibbons. Op de trappen durf je ze nauwelijks te passeren. Ze zijn uit op eten (niet meenemen dus!) en bijten soms stevig in bezoekers. Eenmaal boven is het uitzicht fenomenaal. Niet alleen op een immense gouden Boeddha, maar op de wijde omgeving, de bergen en de wateren, tot aan Krabi en de Andamanse Zee toe. Boeddha is gezeten op een enorme lotus, het symbool van spirituele groei, zuiverheid en wedergeboorte, gedragen door yaksha‘s, bovennatuurlijke krijgers. Links van deze Boeddha bevindt zich naast een bellenrek een rots met daarin de voetafdruk van Boeddha. Je kijkt er zo overheen totdat je je realiseert dat de muntjes waarmee het platte deel bedekt is, er niet voor niets liggen. In het hooggelegen openluchttempeltje kun je behalve voor Boeddha ook wierook opsteken en bloemenslingers ophangen voor Ganesha, de bekende hindoeïstische god met het olifantenhoofd.
Let wel dat je hier in een tempel bent en geacht wordt op het betegelde deel je schoenen uit te trekken.

Makaak met een view op het hoogste terras van de Tiger Cave Temple.
De hindoegoed Ganesha wordt naast Boeddha vereerd.
Boeddha voor de gouden chedi (Thaise stoepa) op de top van de Tiger Cave Temple.
Een chakrawiel en klokken nabij de voetafdruk van Boeddha op de top van de Tiger Cave Temple.
De grote gouden Boeddha tussen lotusbladen op de top van de Tiger Cave Temple.
De grote gouden Boeddha van Tiger Cave Temple kijkt over Krabi uit.
Demonische krijgers dragen de lotus waarop de grote gouden Boeddha van de Tiger Cave Temple rust.
Ji Gong, de excentrieke Chinese monnik, figureert nabij de tijgergrot.

Tijgers

Neem op de terugweg zeker de tijd om het hele tempelterrein te verkennen. Dan ervaar je meer van het boeddhistische kloosterleven. Op het hele complex wonen twintig tot dertig monniken. Ze gaan voor meditaties regelmatig naar de top van de rotspiek, maar wonen daar niet. Ze verblijven nabij de ingang beneden of op een plateau halverwege de trap. Zo’n acht leven in grotten aan de noordzijde ervan.

Voor dat tussenniveau moet je wel weer even honderd treden op en af (en later weer terug) om bij de uitlopers van de bergen te geraken. In de jungle staan wel duizend jaar oude bomen. Met wat geluk spot je schildpadden. Je treft hier ook een standbeeld van Kwan Yin, de populaire Chinese godin van mededogen en de zee, tevens bodhisattva.

Tijdens de jaarlijkse regenretraite (van juni tot oktober, het toeristische laagseizoen) is het overigens aanzienlijk drukker in Wat Tham Suea. Dan bivakkeren er maandenlang zo’n honderd monniken. Het weer is te wisselvallig om rond te trekken en ze gebruiken de tijd om zich verder te verdiepen in de boeddhistische leer en meditatie en onderricht aan leken te geven. Vele boeddhistische nonnen (maechi‘s) hebben hier hun geloften afgelegd. Wat Tham Suea zou verder een toevluchtsoord zijn voor vrouwen die lijden onder slechte relaties en een veilige haven nodig hebben. Als bezoeker merk je daar eigenlijk niets van.

Beneden moet je natuurlijk de langgerekte tijgergrot gaan zien, nabij de viharn, de gebeds- en ceremoniezaal. Dit hele verhaal begon uiteindelijk met die grot. Behalve beelden van Boeddha tref je er ook talrijke sculpturen van tijgers. De tijger is in Thailand een vereerd symbool van macht, sterkte en wreedheid. Het vertegenwoordigt het vermogen om obstakels en uitdagingen te overwinnen. Verder zou hij beschermende krachten hebben en kwade geesten afweren. Ga vooral verder de grot in, de marmeren traptreden op, om de tijgerpootafdruk te zien, herkenbaar aan de vele muntjes op de grond. Je treft er ook een standbeeld van abt Ajahn Jumnean, de stichter van de tempel. Andere beelden die je in het complex aantreft zijn die van Ji Gong, de excentrieke Chinese monnik annex volksgod, en van een rishi (kluizenaar) in tijgervel. De tijgergrot is niet de enige grot hier. Er zijn er veel meer in de omgeving, deels zijn ze ook te bezoeken. In de grotten en op het tempelterrein hebben archeologen tal van oude artefacten, stenen gereedschap, potscherven en zelfs gegoten voetafdrukken van Boeddha gevonden.

Amuletten

Nieuwerwetse spullen zijn er ook, in kraampjes met voorwerpen waarmee de gelovige het lot gunstig hoopt te beïnvloeden. Wierook en bloemenslingers voor gebruik in de tempel of relisouvenirs voor thuis. In het Tiger Cave Complex zitten pelgrims met wensen best goed want abt Ajahn Jumnean staat bekend als Thailands geluksmonnik en er zijn talloze amuletten met zijn beeltenis. Als hij aanwezig is, deelt hij ze ook wel persoonlijk uit aan devote bezoekers.

Een verhaal apart is de stand met Jatukham Rammathep-amuletten. Het amulet draagt de namen van twee prinsen van het voormalige Srivijaya-koninkrijk in het zuiden van Thailand of van een bodhisattva (hierover verschillen de meningen) en naar zeggen brengt het de drager bescherming en geluk en helpt het persoonlijke problemen oplossen. Een oude Thaise politie-generaal maakte ze in 1987 voor het eerst, omdat hij geloofde dat de geest van Jatukham hem had geholpen bij het oplossen van een moordzaak. Twintig jaar later (na de Thaise staatsgreep van 2006) namen ze enorm in populariteit toe en tot op de dag vandaag bieden vele tempels in Thailand ze hun pelgrims aan. De monniken maken veel amuletten zelf.

PRAKTISCH

Accommodatie

De Tiger Cave Temple is prima te bereiken vanuit onderkomens in Krabi en Ao Nang, de populaire badplaats langs de Zuid-Thaise kust.

Een fijn plek in het groen en vlakbij de tempel is het Mountain View Hostel. Op de fiets van de hostel ben je er zo. Anders dan de naam misschien suggereert kun je hier ‘gewoon’ privékamers reserveren. Zit je liever in het stadje Krabi zelf, in het centrum en op loopafstand van de avondmarkt, dan zijn Into the town Krabi en Krabi River Hotel goede rustige opties. In het Krabi River Hotel heb je bovendien zicht op de rivier.

In Ao Nang is de Krabi Forest Homestay heerlijk. In de natuur, op loopafstand van strand, restaurant en winkels.

Excursies

Zelfstandig of met een excursie de Temple Cave Temple bezoeken, beide opties zijn prima. Ga je zelfstandig dan huur je een scooter of neem je een taxi, anders boek je een trip via je accommodatie of een van de talrijke excursieverkopers in Krabi of Ao Nang. Regel je dingen liever (alvast) online? Kijk dan naar de excursie Discover Krabi – Emerald Pool, Hot Springs & Tiger Cave Temple. Zie je net nog wat meer natuur ook.

Ga als het even kan vroeg naar de Temple Cave Temple om de ergste hitte van de dag te vermijden. Of ga later op de dag, vanaf 16 uur en beleef daarboven de zonsondergang. Een dagdeel ben je met gemak kwijt als je na de klim ook nog iets van het tempelgebeuren en de reliwinkeltjes beneden wilt meekrijgen. Vrijwel iedereen die de klim naar de top doet, doet daarover namelijk langer dan verwacht. Neem water mee!

Geplaatst in ,
Gelabeld met , ,