oude-brug-sinan-pasha-moskee-prizren

Ottomaans Prizren vol moskeeën en kerken

Prizren is dé toeristische trekpleister van Kosovo. Geen wonder, want anders dan in de hoofdstad Pristina is hier een groot deel van de oude Ottomaanse stad overeind gebleven. Het overleefde de eeuwenlange etnische en religieuze conflicten in de regio én de communistische moderniseringsdrang. De Sinan Pasha-moskee over de Stenen Brug, de Emin Pasha-moskee naast een enorme hamam en de Halveti Tekke (een soefi-centrum) zijn waarschijnlijk de bekendste islamitische monumenten, naast kerken en kathedralen.

Het Zuid-Kosovaarse Prizren mag de tweede stad van het land zijn, het historische centrum is lekker overzichtelijk. De belangrijkste bezienswaardigheden liggen op loopafstand aan weerszijden van de rivier Lumbardhi, aan de voet van het Šargebergte, niet ver van de grenzen met Noord-Macedonië en Albanië. Langs de rivier of rond Shadervan, het grote centrale plein, kun je lekker iets eten in de vele restaurantjes, of snuffelen in de souvenirwinkeltjes. Terwijl je je eet- en kooplust achterna gaat, kun je hier ook fijn mensen kijken. Onder de dagjesmensen zijn niet alleen Kosovaren, maar ook Turken en Albanezen. Samen kunnen ze voor enorme drukte zorgen. Da’s nu gezellig, maar dat was vroeger wel anders. Prizren kent net als de rest van Kosovo een bewogen geschiedenis.

Kosovo-oorlog

De Ottomanen onder Sultan Mehmed II veroverden Prizren in 1455. Het zou het culturele en intellectuele centrum van Ottomaans Kosovo worden. Na eindeloze gewapende conflicten in de regio werd de stad gedurende het eind van de 19e eeuw politiek belangrijk voor de Albanezen. Zij waren toen al driehonderd jaar vergaand geïslamiseerd, maar overheersing door de Ottomanen zinde hen niet. Het bleef rommelen. In de Joegoslavische communistische tijd deden veel van hun moskeeën dienst als pakhuis of cultureel centrum. Tijdens de Kosovo-oorlog (1998-1999) tegen Servië werden alle Albaniërs uit Prizren verdreven. Na de oorlog keerden ze terug en de weinige Serviërs die bleven wonen nu voornamelijk in omringende dorpjes. Moslims maken tegenwoordig een groter deel van Prizrens bevolking uit dan voor de oorlog. Talloze moskeeën zijn van de oorlogsschade hersteld en weer in gebruik.

Sinan Pasha-moskee

Een echte must see is de Sinan Pasha-moskee. Het is de grootste en een van de belangrijkste Ottomaanse monumenten van Prizren. Gelegen aan de hoofdstraat domineert hij de skyline van de oude stad. De bouw vond rond 1615 in opdracht van de lokale gezaghebber bei Sofi Sinan Pasha plaats. Volgens Serviërs werden daarvoor stenen van het 14e-eeuwse Servisch-orthodox Klooster van de Heilige Aartsengelen gebruikt. Dat ooit voorname klooster was na de komst van de Ottomanen in de 16e eeuw verlaten en in verval geraakt. Stukken kloostergesteente zou je nog kunnen zien in de moskee, maar archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat de steensoort van de moskee niet overeenkomt met die van het klooster. Hoe dan ook zijn de aantijgingen tekenend voor de verhoudingen tussen Serviërs en Kosovaren. Tijdens het rituele gebed kun je de Sinan Pasha-moskee niet bezoeken (maar onder het hoge voorportaal wel toekijken) verder is hij vrij toegankelijk. Opvallend zijn de op de muren en in de koepels geschilderde bloemen, guirlandes naast gekalligrafeerde religieuze teksten en taferelen met moskeeën. Let ook op de originele fontein bij de ingang.

Emin Pasha-moskee

De Emin Pasha-moskee van 1832 werd begin 2016 via videoverbinding door de Turkse president Erdoğan heropend. Turkije sponsorde het herstel van deze en vele andere islamitische godshuizen in Kosovo. Kleiner dan de Sinan Pasha-moskee is de Emin Pasha-moskee niet minder aantrekkelijk. Zijn ligging, aan de andere kant van de rivier, naast de voormalige Gazi Mehmed Pasha-hamam met koepels en aan kleine straatjes, maakt hem van veel zijden fotogeniek. Het interieur is rijkelijk versierd met (vooral) blauwe reliëfs. De lokale bezoekers aan de moskee brengen ook hier leven genoeg. Ze wuiven je vriendelijk naar binnen.

Halveti Tekke

Kosovaren waarderen je belangstelling voor hun erfgoed. Stap daarom ook gerust binnen in de kleine tuin van de 350 jaar oude tekke van de Tarika Halveti, een internationaal vermaarde soefi-orde (in de Arabische wereld bekend als Khalwatiyya, naar de grotten waarin volgelingen vertoefden). Je herkent de ingang aan een poortje met roodstenen dakpannen. In de tuin staan fraaie steengehouwen grafzerken op een rij nabij een waterplaats voor de rituele wassing. Je hebt hier ook een mooi doorkijkje naar de Sinan Pasha-moskee. Op het pad naar de Kukli Mehmet-Bey-moskee van de orde zelf liggen links en rechts gebouwen die dienstdoen als bijeenkomstruimten voor de Halveti orde. De beheerder laat je ze graag zien. Met handen en voeten maakt hij duidelijk dat de Halveti orde beslist niet de enige is in de stad (heel bekend is ook de Rufa’i Tekke) laat staan in heel Kosovo. Een overzichtje op zijn smartphone moet me dat duidelijk maken.

Zikr – meditatie

In de ruimte links hangen foto’s van leden van de Tarika Halveti, in lange zwarte gewaden en tulbanden. Trommels en tamboerijnen hangen klaar voor hun zikr, een religieus meditatief ritueel waarbij een woord of korte zin langdurig wordt herhaald, terwijl de volgelingen ritmisch meedeinen in een kring. Een belangrijke kreet is ‘hoe’, geschreven als ‘huwa’ in het Arabisch, feitelijk een bewuste verlenging van het woord Allah of God. ‘Allahu’ of ‘Allah Hoo’ komt veelvuldig voor in soefi zikrgezangen wereldwijd en leidt niet zelden tot vervoering. Uiteindelijk is de eenwording met het Hogere het belangrijkste streven van de soefi of mysticus.

‘Hu’ komt in de calligrafie op schilderijen en wanden van de Halveti Tekke terug. In de rechterruimte is een prachtige mihrab (gebedsnis) in blauw tegelwerk. Het duidt de gebedsrichting naar Mekka aan. De ruimte is daarmee eigenlijk mooier (vind ik) dan de moskee zelf. Die is kaal en slechts voorzien van wat rode tapijten. Op de veelkleurige tapijten voor de gebedsnis vindt de zikr van de Halveti Tarika plaats. Kijk maar:

Zikr in de Halveti Tekke in Prizren, Kosovo.

Verwoesting

Kerken zijn er gelukkig ook nog volop in multireligieus Prizren, maar toch stemden die mij veelal treurig. Aan het religieus erfgoed dat Servisch-orthodox is, is nog volop schade af te lezen. Tijdens de Kosovo-oorlog hadden de Serven de controle over Prizren, maar vlak na de oorlog en vooral tijdens de onlusten van 2004 waren de wraakvernielingen aan hun erfgoed enorm. Een aantal verwoeste godshuizen zoals de Onze Lieve Vrouwe van Ljeviš-kathedraal (een UNESCO-site) is nog altijd gesloten en omgeven met prikkeldraad. Bij deze en andere kerken staat permanent politie voor de deur.

De kleine Nicolaaskerk van 1331–1332 met fraaie fresco’s is deels hersteld en toegankelijk. De nabije Sint-Joriskathedraal van 1887, is weer in wederopbouw, maar nog steeds volledig ontdaan van een iconostase. Foto’s van de brand en totale verwoesting staan demonstratief naast de kerk.

De priester van de Sint-Joriskathedraal liet me binnen, maar wilde al snel de deur weer op slot hebben. Meer dan reproducties van iconen waren er anno 2023 ook niet te zien. Met financiële steun van onder meer de Europese Unie worden de kerken gerestaureerd ‘ten behoeve van stabiliteit en vrede’.

Moeder Teresa

De katholieke kerken zijn overigens ongemoeid gebleven. Ze worden niet geassocieerd met Servië. Moeder Teresa, een katholieke heilige, was immers ook Albanees? Mag haar persoon elders niet onomstreden zijn, hier staat haar beeltenis gezellig tussen de prullaria in de souvenirwinkels, naast die van de oeroude godin van Kosovo.

Naast de Italiaans aandoende katholieke kathedraal van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand van 1870 zijn twee bustes nog wel even opmerkelijk. Ze verbeelden de middeleeuwse christelijke Albanese held Skanderberg die de Albanezen wist te verenigen en de Ottomanen op afstand te houden. Links van hem staat de grote Transsylvaanse ‘Ottomanendoder’ János Hunyadi (Iancu de Hunedoara) die sultan Mehmed II’s leger in 1456 in Belgrado wist te verslaan, zogezegd een zegen voor de christenen.

PRAKTISCH

Als je niet zelf over een huurauto beschikt is Prizren het makkelijkst te bereiken met de bus vanuit Pristina. Op deze manier kun je makkelijk en goedkoop een trip naar Prizren maken. Een aardige optie is Prizren combineren met Peja. De busverbinding tussen beide steden is ook goed en Peja is de moeite waard vanwege zijn beroemde Servisch-orthodoxe kloosters. Aanreizen vanuit Skopje (Noord-Macedonië) of Tirana (Albanië) is ook mogelijk. Het busstation van Prizren is tien minuten lopen van het oude Ottomaanse centrum.

ACCOMMODATIE

Sightseeing in Prizren wordt relaxter als je er lekker een nachtje blijft. Goede accommodatie is er voldoende, maar in augustus moet je rekening houden met het Dokufest Film Festival en de bijbehorende drukte. Fijne onderkomens in de buurt van genoemde bezienswaardigheden zijn het knusse en nette Pension Oltas, om de hoek van de katholieke kerk in het centrum, gerund door een supervriendelijk stel; Hotel Tiffany, midden in het oude centrum tussen de Orthodoxe kerken, en Classic Hotel Prizren, centraal gelegen langs de rivier, vlakbij de Oude Brug en het plein Shadervan, met een dakterras waar je kunt ontbijten met geweldig zicht over de stad. Moeilijk kiezen!

ETEN EN DRINKEN

BBQ-restaurants (qebabtore) zijn dé specialiteit van Prizren dus zeker proberen. Je hebt voldoende eetkeuze rond het plein Shadervan, naast de Sinan Basha-moskee, maar Te Syla is sowieso een goeie.
Saray Sweet, vlak achter de Tekke Halveti, is mijn absolute favoriet voor lekkere trek. De patisserie heeft alle smaken baklava (zelfs chocolade) maar bovenal ‘Turkish delight’ dat glimt als goud. Fijn om er een Turkse koffie onder de kroonluchters te doen! Je kunt er trouwens ook ontbijten.
Te Kinezi is een leuke bar met terras vlakbij de Servisch-orthodoxe Nicolaaskerk en de Sint-Joriskathedraal. Probeer er vooral de lokale ambachtelijke biertjes!

Deze blogpost bevat affiliate links.

Geplaatst in ,
Gelabeld met ,