Leven en dood langs de heilige Bagmati-rivier
Kathmandu’s Shree Pashupatinath, de heilige tempel gewijd aan Pashupati, een incarnatie van de hindoegod Shiva, is verboden terrein voor niet-hindoes, maar de crematieplaats langs de rivier Bagmati is voor iedereen toegankelijk. De openbare lijkverbranding maakt een onvergetelijke indruk, net als het lichtoffer in de avonduren.
Pashupatinath is niet voor niets UNESCO Werelderfgoed. Het is de oudste hindoetempel van Kathmandu, zelfs van heel Nepal, al weet niemand echt wanneer de eerste bouw ervan is begonnen. Al voor onze jaartelling of ver erna. Aan het einde van de 17e eeuw herbouwd in de lokale Newari pagodestijl is de tempel gewijd aan Pashupati, een vreedzame manifestatie van oppergod Shiva, de beschermer van mensen en dieren in het algemeen en van Nepal in het bijzonder. Het centrale deel van de Pashupatinath-tempel herbergt een belangrijke stenen lingam, een zuil die de scheppingskracht van Shiva representeert. Ooit zouden Shiva en zijn goddelijke vrouw Parvati de gedaante van herten hebben aangenomen en enige tijd hier op de oostelijke oever van de Bagmati-rivier hebben vertoefd. De legende vertelt dat Shiva een hoorn verloor in een schermutseling met andere goden. De hoorn is de oorsprong van de bewuste lingam, hij staat precies daar waar hij neerviel. Het kent meerdere gezichten van Shiva en staat op een zilveren yoni. Bepaalde rituelen rond de lingam zijn voorbehouden aan de hoofdpriesters, allemaal afkomstig uit een selecte klasse van Brahmaanse geleerden. Abhisheka, het schenken van melk of heilige Gangeswater over de lingam, is zo’n ritueel. Als niet-hindoe kom je hier helemaal niet in de buurt. Bij de vele andere lingams op het tempelterrein is dat wel mogelijk.
Stier Nandi
“Hindoes zijn in hun toegangsbeleid strenger dan boeddhisten“, begint mijn gids Balgopal direct zijn verhaal als we het tempelterrein betreden, “maar het gaat echt alleen om die hoofdtempel Pashupatinath. Verder kun je bijna overal komen.” Het verbod kent meer nuances, vult hij later aan. Lokale boeddhisten, sikhs en jaïnisten voor wie dit stuk Kathmandu ook sacraal is, mogen eveneens doorlopen. Westerse bezoekers zijn veelal niet rouwig om een gesloten tempel, verneem ik. In Nepal zien ze al zoveel tempels, dat idee. Vanaf de heuvels rondom krijgen ze bovendien wel een indruk van de binnenplaats van de tempel, staand voor de westelijke poort is de enorme gouden sculptuur van Nandi, de heilige stier van Shiva, zichtbaar. Uiteindelijk komen de meesten hier vooral om een glimp van de openluchtcrematies langs de heilige Bagmati-rivier op te vangen. Dat blijkt niet zo ingewikkeld. We lopen al snel rechts van de rivier waar aan de overkant crematieplaatsen, zogenaamde ghats, zijn ingericht. Dag en nacht gaan hier de crematies door. Ook nu branden er vele vuren. De geur zou hier prangend zijn, maar daar krijg ik vandaag weinig van mee, ondanks de flinke rookvorming.
Vier elementen
“Is er iemand overleden en is hij een natuurlijke dood gestorven dan vindt de crematie zo snel mogelijk plaats”, vervolgt mijn gids. Zijn familie neemt contact op met de tempel. Die betaalt de mannen die de lijken verbranden. Hun baan heeft niet veel status. Niemand wil dit werk doen, hoe belangrijk dat voor de gemeenschap ook is. Ze hullen het lichaam in slechts een oranje of witte doek. Het idee erachter is dat je naakt geboren bent en zo ook terugkeert. Bij aankomst op het tempelterrein zijn de eigen kleren van de overledene al uit of ze gaan alsnog uit bij het water. Dat gebeurt direct onder de tempel, de trappen bij het water daar, voorbij de hoofdbrug.” Hij wijst op een stuk rode steen als we naderbij komen. Er ligt iemand op. Alleen zijn voeten en gezicht zijn zichtbaar. Die worden met water uit de rivier besprenkeld. “Waarom dit allemaal in de openlucht plaatsvindt? Zo gaan de overledenen letterlijk terug naar de vier elementen: aarde, water, vuur en lucht. Natuurlijk worden er gebeden gepreveld bij het wassen. Ligt de overledenen gewassen in zijn doek dan wordt hij naar de crematieplaats gebracht, even terug, de ghats die we net zagen.” Na de dood blijkt er toch nog onderscheid. Wie meer geld heeft, wacht een sjiekere lijkverbranding, nabij de tempel, direct naast de plaats waar de rituele wassing plaatsvindt. Die plaats is duurder. Tien leden van de koninklijke familie werden hier na het bloedbad van 2001 gecremeerd. Rijken kunnen ook rouwenden betalen, lieden die voor geld huilen en schreeuwen.
Het is interessant de rituelen te observeren. De overledenen zien er in hun doeken bedekt met slingers van afrikaantjes mooi verzorgd uit. Rijst wordt ook nog over ze uitgestrooid. De dragers van de overledene gaan bij aankomst bij een ghat daar een paar keer in de rondte alvorens het lichaam op een eenvoudig bed van licht hout neer te leggen. Het lichaam komt altijd met het hoofd naar de Pashupatinath-tempel te liggen. Het hout onder het bed wordt bedekt met gemakkelijk brandend kaf.
Ganges
Daarna is het niet simpelweg het vuur aansteken. “De oudste zoon steekt het vuur aan. Hij begint bij de mond, omdat daar tijdens het leven het meeste vuil zit. Dat aansteken is een voorname taak. Alleen daarom al vinden Nepalezen het belangrijk om een zoon te hebben. Bij de crematies zijn doorgaans geen vrouwen aanwezig, omdat ze nu eenmaal emotioneler zijn. Ze mogen er wel bij zijn, maar het gebeurt niet veel.” Aan de overkant staan inderdaad vooral mannen, slechts een paar vrouwen. “De tijden veranderen wel hoor. Vrouwen of dochters van overledenen mogen nu ook het vuur aansteken. Of anders een zoon van een familielid, als er geen zoon of iemand anders is.”
“De naasten van de overledenen wachten aan de kant totdat het lichaam verbrand is. Dat kan wel vier uur duren. Het personeel en soms familieleden van de doden houden het vuur brandend door er steeds weer kaf op te leggen. De lijkwerkers duwen de verkoolde resten daarna over de rand van de brandplaats in de Bagmati-rivier. Daar plonzen ze in het heilige water om vervolgens af te drijven richting de Ganges in India tot aan de Golf van Bengalen.” Het water is overigens enorm vervuild door de crematies. Een bad nemen in de rivier zou je zonden wegspoelen, maar ik zie nu alleen scharrelaars op zoek naar kostbaarheden die niet van de overledenen zijn weggenomen. Honden en apen snuffelen naar voedsel. De lucht die we hier inademen is ook verre van schoon.
“Het is een probleem waarmee de Nepalese regering kampt. Je schaft de rituelen niet zomaar af. Er zijn nog wel meer crematieplaatsen maar dit is de belangrijkste voor hindoes. Enkele boeddhisten komen hier ook, maar die gaan voornamelijk naar de crematieplaats van Swayambhunath – westerlingen noemen het de Apentempel – ook in Kathmandu.”
“Hoe dan ook is de crematiedag dag één van de rouwperiode. Die gaat dertien dagen door. In die periode eten de betrokkenen geen zout. Dat wordt als niet puur beschouwd. Uiteindelijk nodigt de familie op de dertiende dag iedereen die bij de crematie was bijeen. Zo laten de naasten hun erkentelijkheid blijken. Weet je”, vervolgt Balkopal plots peinzend, “de laatste rituelen zijn meer voor de levenden dan voor de doden. Het lichaam is niets. De brandstapel aansteken moet ons eraan herinneren dat het leven kort is. De crematie staat voor de reis van de ziel van de fysieke naar de spirituele wereld. De Bagmati-rivier is de fysieke en de spirituele route daarheen. Hij voert de as en de ziel van de overledene richting spirituele bevrijding. Het past in de eindeloze cyclus van reïncarnatie.”
KARMA
Bijzonder is dat vele hindoes, uit Nepal en India, die weten dat hun einde nabij is naar Pashupatinath komen om daar de laatste dagen of weken van hun leven door te brengen. Ze geloven dat wie sterft in de tempel als mens herboren wordt, zelfs als die door eerder wangedrag zijn karma in negatieve zin heeft beïnvloed. Volgens zeggen kunnen astrologen in de tempel de exacte dag van overlijden van terminale pelgrims voorspellen.
Allerzielen
Bala Chaturdashi is jaarlijks een gelegenheid om de overleden dierbaren nog eens extra te herdenken. De viering, die bij mij associaties oproept met Allerzielen, staat ook wel bekend als Deepawali of Narak Chaturdashi en staat november-december op de hindoekalender. Rond de Pashupatinath-tempel vinden dan vele ceremonies plaats. De gelovigen laten op de Bagmati-rivier lampjes los als offer aan hun voorouders. De flikkerende vlammen staan symbool voor de triomf van het licht over de duisternis. De lichtjeszee en het voortdurende geprevel van gebeden voor de overledenen maken indruk. ’s Ochtends nemen velen een bad in de rivier. Ze maken vervolgens een rituele ommegang op het Pashupatinath-terrein waarbij ze onderweg snoepjes en zaden uitstrooien voor hun overleden familieleden om van te genieten in het hiernamaals. Bala Chaturdashi is een feest van voortdurende verbinding tussen de levenden en de overledenen.
ORIËNTATIE – DRIE HOTSPOTS
Het Pashupatinath-terrein kent ruim vijfhonderd kleinere tempels naast de hoofdtempel, ashrams en crematieghats. Met zo’n overvloed aan sacrale bezienswaardigheden kun je het beste keuzes maken om je bezoek relaxed te houden. Houd de Bagmati-rivier met zijn crematieplaatsen en hoofdtempel op de westelijke oever aan als belangrijkste oriëntatiepunten. Op de oostoever, tegenover de hoofdtempel staan de elf chatyahs op een rij. Hieronder vindt elke avond het ritueel van het lichtoffer (aarati) plaats. Bij daglicht is aan die heuvelzijde – nu het hertenpark Mrigasthali – een klim via de traptreden naar de noordoostwaarts gelegen Gorakhnath-tempel de moeite waard. De tempel is vernoemd naar Gorakhnath, een gerespecteerde guru van de Nath-secte van yogi’s. Hij is makkelijk herkenbaar aan zijn rood-witte skikhara, een rijzende toren die doet denken aan een maïskolf. Loop je achter de tempel langs naar beneden richting de rivier dan krijg je snel zicht op de boeddhistische Bouddhanath-stoepa in de verte, een andere highlight van Kathmandu.
Aan dezelfde zijde van de rivier, maar net iets noordelijker, ligt de Guhyeshwari-tempel gewijd aan Shiva’s shakti, oftewel vrouwelijke kracht en energie, zijn vrouw Parvati of Sati, of beter: Kali, haar woedende manifestatie. De wonderlijke naam van de tempel – Guhyeshwari betekent ‘vagina van de godin’ – houdt verband met een hindoelegende. Die vertelt dat Parvati zo verontwaardigd was toen Shiva door zijn schoonvader werd beledigd dat ze in vlammen opging. Het was deze daad van zelfverbranding die aanleiding gaf tot de nu verboden beoefening van sati (of suttee), waarbij een weduwe naar dezelfde brandstapel wordt gestuurd als haar overleden echtgenoot. De rouwende Shiva droeg het lijk van zijn shakti weg, maar terwijl hij doelloos ronddwaalde, viel het lichaam in 51 delen over de hele aarde uiteen en hier in Kathmandu zouden haar yoni (geslachtsdelen) terecht zijn gekomen. Wellicht tref je bij je bezoek nog een jong bruidspaar bij de Guhyeshwari-tempel, want het is een populaire plek om te trouwen, vooral in de maand Mangsir (november-december). Wie hier in het huwelijk treedt, krijgt de zegen van de godin en de echtelieden blijven voor de rest van hun leven soulmates. Niet-hindoes mogen helaas niet naar binnen.
Voor het beeld van Birupakshya moet je terug naar de andere oever, naar het stuk direct onder de tempel, links van de treden naar de oostpoort. Daar staat in het middelste heiligdom Birupakshya (of Kirateswor Mahadev), de heilige god van de minderheid van de Kirat in Kathmandu. De Kirati koningen van het oude Nepal richtten het op. Waarschijnlijk is het een voorouderbeeld. Het staat nu deels onder de grond. Het verhaal wil dat het beeld langzaamaan omhoog komt. Als het uiteindelijk helemaal zichtbaar wordt, komt de wereld ten einde.
Heilige mannen
Je kijkt hier niet alleen je ogen uit bij de crematies. Overal hangen sadhu’s rond, ascetische yogi’s of heilige mannen. Sommigen zijn eenvoudig maar kleurig gekleed, anderen hebben delen van hun lichaam beschilderd of zich anderszins uitbundig uitgedost. Ze zijn stuk voor stuk vriendelijk, vinden het prima als je ze fotografeert en geven je hun zegeningen. Volgens zeggen zijn het allemaal mannen die ooit een normaal leven leidden, dat de rug toegekeerd hebben en nu hun dagen vullen met mediteren. Op die manier hopen ze zichzelf te bevrijden uit de cyclus van dood en wedergeboorte.
De sadhu’s leven van wat ze toegestopt krijgen van pelgrims en toeristen. Ze sliepen vroeger vooral in de grotten even ten noorden van de hoofdtempel van Pashupatinath, maar nu zijn ze ’s nachts vooral te vinden rond de rijkelijk beschilderde Ram-tempel, naast de hoofdbrug. Het idee is dat ze rondtrekken, maar velen hebben in Pashupatinath wortelgeschoten. Hier en daar staat nog een muzikant of levenskunstenaar die een hindoegod verbeeldt voor wie foto’s door toeristen eveneens een verdienmodel vormen. Opvallend zijn ook de muurschilderingen, veelal religieuze voorstellingen, waarmee kale muren opgefleurd worden. Let verder op de 6e-eeuwse Bachhareshwari-tempel, nabij dezelfde brug, met geschilderde skeletten en erotische scènes in het houtsnijwerk aan de buitenzijde onder het dak. Kraampjes op de aanlooproutes naar de hoofdtempel van Pashupatinath liggen vol religieuze handelswaar, van afrikaantjes en wierook tot rudraksha-kralen en hoornschelpen. Tussendoor scharrelen nog wat koeien. Het is het nationale dier van Nepal. Ze zijn zo heilig dat zelfs lokale moslims ze niet mogen doden. Die eten hier alleen buffelvlees.
FESTIVALS
Tijdens de vele jaarlijkse festiviteiten komen hindoes van heinde en verre, met massa’s tegelijk naar Pashupatinath om eer te betonen aan Shiva. De bekendste festivals zijn Maha Shivaratri (Grote Nacht van Shiva), circa februari-maart, en Teej, circa augustus-september.
Tijdens Shivaratri vieren hindoes wereldwijd het huwelijk van Shiva en Parvati en de dag waarop Shiva zijn heilige dans uitvoert, de tandava, die de kosmos ondersteunt. Het wordt ook wel de verjaardag van Shiva genoemd. Pelgrims baden tijdens deze heilige nacht in de rivier Bagmati in de hoop op zuivering en zegen. De Maha Shivaratri-processie is evenwel het hoogtepunt van Shivaratri in Pashupatinath. Sadhu’s uit vooral Nepal en India lopen in processie over het tempelterrein. Lingams en drietanden zijn maar een paar van de symbolische emblemen van Shiva die ze meedragen. Tot het ochtendgloren weerklinkt de muziek van traditionele muzikanten en lofzangen, bhajans.
Teej duurt drie dagen en is allereerst gewijd aan de moedergodin Parvati en haar man Shiva en vooral populair onder getrouwde en ongetrouwde vrouwen. Getrouwde dames vasten overdag en verbreken hun vasten pas nadat ze tot de lingam in de Pashupatinath-tempel hebben gebeden, terwijl ongehuwde vrouwen Shiva’s zegening vragen voor het vinden van een ideale levenspartner. Tegelijkertijd verwelkomen de dames het moessonseizoen. Allemaal dragen ze rode kleding, symbool van voorspoed en huwelijksgeluk. Er is volop muziek: ze dansen veel en zingen traditionele teej-liederen (teej geet).
Na hun gebeden laten de vrouwen handgemaakte bloemenwerkjes (jhulas) in de Bagmati-rivier glijden.
Lichtoffer (aarati)
Balgopal had me verteld over de grote drukte tijdens de festivals. Daar kan ik me iets bij voorstellen als ik tegen zessen ’s avonds terugkom om Sandhya Aarati, het lichtoffer voor Shiva van de hindoepriesters, bij te wonen. Het is het slotritueel van een dag vol devotie in Pashupatinath. De aarati begon hier in het jaar 200, maar pas sinds 2006 is het een vaste dagelijkse traditie geworden. Het concept is hetzelfde als dat van de aarati langs de Ganges in Varanasia in India. Tijdens het ritueel in Pashupatinath worden niet alleen offers gebracht aan de rivier en Shiva en zijn vrouw Parvati, maar aan alle andere hindoegoden en -godinnen in de tempel. De aarti wordt afgesloten met een gebed voor het welzijn van alle levende en overleden zielen en een dankbetuiging voor de goddelijke vriendelijkheid.
Het is zaak om iets voor zonsondergang een plaatsje te veroveren nabij het plateau waar de priesters vanaf 19 uur hun rituelen zullen uitvoeren. Dat plateau bevindt zich aan de overzijde van de Bagmati-rivier, direct tegenover de oostpoort van de tempel, met direct zicht op de lijkwassingen en de sjieke crematieplaats. De traptreden rondom zitten in no time vol locals – jong en oud – en een enkele toerist. De sfeer is zonder meer gemoedelijk. Een studente vertelt me dat ze hier komt om haar hoofd leeg te maken. Ze heeft zo haar zorgen en na het ritueel is ze relaxed. Hoe fijn is dat! Al met al duurt het ritueel een uur, vertelt ze, met vaste onderdelen, in strikte volgorde. Voordat de drie priesters die het ritueel uitvoeren verschijnen leggen vrouwen alle artefacten voor ze klaar die ze nodig hebben.
Wat komt is een strak gechoreografeerd ritueel. De hindoepriesters reciteren niet alleen heilige Vedische mantra’s, ze blazen op hoornschelpen, rinkelen bellen terwijl ze met wierookstokjes cirkels in de lucht maken en wierookvaten heen en weer bewegen. Allemaal perfect synchroon. Het meest spectaculair is toch het moment waarop ze gaan zwaaien met grote koperen lampen met zeven plateautjes waarin ze ghee (geklaarde boter) branden. Je kunt te laat komen, maar niet daarvoor. Een orkestje boven de priesters zorgt voor klassieke muziek en lofliederen waarop het publiek enthousiast meeklapt. Hier en daar staat een vrouw op om te dansen. Dat iedereen mee kan doen is belangrijk: het schept een band tussen de gelovige en de goden. Tussendoor doneren mensen geld in een doos en komen ze eigenhandig olie in de lampen bijvullen. Met een aantal gaan de priesters ook naar beneden voor offers en zegeningen aan de waterkant. Maandag is het extra druk omdat het een gunstige dag is om Shiva te vereren, zo schijnt. Ondertussen gaan de lijkwassingen en crematies beneden gewoon door.
PRAKTISCH
Vervoer
Pathao is dé app voor veilig en goedkoop vervoer binnen Kathmandu en een groot deel van Nepal, per brommer of auto. Wie met de Pathao-chauffeur naar Patupatinath komt, kan met hem een tijd afspreken om je weer op te komen halen. Dat is makkelijker dan opnieuw je vervoer ter plekke te moeten regelen want drukte alom, zeker na het aarati-ritueel.
Toegang
Het tempelcomplex van Pashupatinath is elke dag geopend van 4 tot 21 uur, maar tussendoor van 12 tot 17 uur gesloten. Vroeg in de ochtend of laat in de middag zijn de beste periodes voor een bezoek.
Om het tempelterrein van Pashupatinath te betreden moet een niet-Nepalees een toegangsprijs van 1.000 Nepalese roepies (2025). Het inhuren van een gids (te regelen bij de kassa) kost ongeveer 10 euro, maar is zeker het overwegen waard, omdat je dan zoveel meer meekrijgt van de rituelen en tradities van Pashupatinath. Een gids heb je sowieso als je in één (halve) dagexcursie twee of vier UNESCO-sites van Kathmandu combineert. Een aanrader is de Pashupatinath Temple and Bodnath Stupa Tour and the Top 4 UNESCO World Heritage Sites Tour. Wil je meer weten van Pashupatinath en het aarati-ritueel dan is de Pashupatinath Temple, Hindu Crematorium and Aarati in depth Tour jouw ding. Je verblijft er dan echt langer dan bij de andere excursies.
Hoe je je bezoek ook regelt, loop bij het wandelen rond tempels en andere sacrale gebouwen altijd met de klok mee. Zo toon je respect voor de lokale gebruiken. Houd verder gepaste afstand tot de ghats, de crematiesites.
Accommodatie
In de buurt van het tempelcomplex zijn diverse typen accommodatie te vinden. Van grote luxe hotels van internationale ketens tot kleine eenvoudige hotels die een meer authentieke Nepalese of pelgrimservaring bieden.
In de laatste categorie is Kailash Kuti Inn een goed beoordeeld onderkomen. Het staat nabij het groen rond de Pasupatinath-tempel en veel kamers bieden er direct zicht op. Voor wie liever niet nabij het drukke pelgrimsoord wil zitten maar nog steeds relatief goedkoop is het Shechen Guest House, op het terrein van het Tibetaans boeddhistische klooster Shechen, een aantrekkelijk alternatief. Je verblijft in de wijk die wel Klein Tibet wordt genoemd; de beroemde stupa van Boudhanath is vlakbij. Je krijgt sowieso alles mee van het kloosterleven want monniken, van kinderen tot ouderen, zijn je buren. Ook dicht bij de stupa ligt The Valley Guesthouse, met diverse gezellige kamers, van een Nepalees-Nederlands echtpaar. Je kunt er ontbijten én dineren, als je wilt, en ook trips boeken. Sportievelingen kunnen de korte wandeling van Pasupatinath naar Boudhanath maken.
In het centrum van Kathmandu is Hotel Ganesh Himal aan de rand van de wijk Thamel een prima optie. Diverse kamers, al dan niet met balkon met zicht op de fraaie binnenplaats, en een restaurant met à la carte-gerechten, ook voor het ontbijt. Je verblijft op een steenworp afstand van het beroemde Kathmandu Durbar Square terwijl je met een taxi ook zo bij de Pashupatinath-tempel of elders zit. Meer oostwaarts in Thamel is Swarga Heritage Hotel – A Traditional Stay een luxere optie. Het is een traditioneel huis waarvan het houtsnijwerk en andere typisch Nepalese stijlelementen goed zijn behouden en zorgen voor een sfeervol geheel. In de gezellige wijk Thamel heb je alle voorzieningen voor toeristen bij de hand: restaurantjes, winkeltjes en excursiebureaus.
Deze blogpost bevat affiliate links. Bij aanschaf van een product via zo’n link gaat een klein bedragje naar Mariëtte, de schrijfster van deze blog. Die commissie maakt het product niet duurder voor de koper (die merkt er niets van) maar helpt wél deze gratis site in stand te houden. Dank je wel!
Geplaatst in Azië, Sightseeën
Gelabeld met Feesten, Hotspots, Pelgrimeren, Weetjes