kummas-soek-markt-muscat-oman

Kumma’s maken de Omaanse man

De hoofddeksels van de mannen in Oman zijn uniek voor het Arabische schiereiland. Er wappert geen doek om hun hoofd zoals bij de buren. Geborduurde petjes sieren hen, van jong tot oud. Ze associëren de hoofddeksels sterk met het islamitische rituele gebed. Het is wel zoeken naar vrouwen die ze nog handmatig borduren. Machinaal werk heeft de overhand.

Een speurtocht van jewelste – navraag in de soek, bij musea – eer ik een borduurster van kumma’s vind. Sheikha Bint Al Saif lacht om mijn verhaal als ze me bij de Oman Women’s Association in de hoofdstad Muscat ontvangt. Ze heeft toch een account op Instagram? Sheikha borduurt de Omaanse mannenmutsjes voor particulieren en geeft binnen de associatie les aan vrouwen die het ambacht ook willen leren. Nodig, want er is meer vraag naar authentieke kumma’s dan aanbod. Vele Omaanse vrouwen leerden kumma’s borduren van hun moeder, maar voor de jongere generatie geldt dat niet. Die werken vaak buitenshuis of hebben simpelweg het geduld niet meer.

Identiteit

Opvallend is dat vrijwel alle Omani’s, mannen en vrouwen, in traditionele dracht lopen. De kumma is het meest opvallend in het straatbeeld. In allerlei kleuren komt hij voorbij. De overleden sultan Qaboos vergrootte de populariteit van het mutsje. Hij droeg het zelf als belangrijk symbool van de unieke Omaanse identiteit. Toch is de kumma meer dan alleen een nationalistisch token. Vrouwen maakten ze van oudsher op maat voor hun man en zonen. Ze stopten er al hun geduld en liefde in. Wie tijd heeft, doet dat nog. Daarbij wordt de kumma in Oman sterk geassocieerd met het rituele gebed. De islam schrijft voor mannen weliswaar geen hoofddeksel voor om te kunnen bidden, maar geen Omani gaat hier kaalhoofdig de moskee in. De profeet Mohammed en zijn volgelingen deden dat ook niet. Op religieuze feestdagen zoals het Offerfeest en het Kleine Feest aan het einde van de ramadan doen Omani mannen een extra fraai, al dan niet geërfd hoofddeksel op. Huren van een kumma kan ook.

Arabesken

Kumma’s zijn er in alle prijsklassen. Sheikha knikt. “Voor een paar riyal koop je er eentje in de soek. Die is dan natuurlijk machinaal gemaakt, vaak buiten Oman, bijvoorbeeld in Bangladesh. De handgemaakte zijn een stuk duurder, vanaf 65 tot 200 riyal (150-465 euro). Logisch, want het kan maanden duren om er eentje te maken, afhankelijk van het patroon.” Stap voor stap legt ze uit hoe ze te werk gaat. “Een kleermaker maakt de opstaande rand en de deksel van de kumma borduurklaar. Dat doet hij door twee lagen witte katoen op elkaar te leggen en daarin mooie patronen te stikken.” De patronen zijn geïnspireerd door de islamitische kunst en architectuur en kunnen variëren van bloemen tot arabesken, simpele of meer complexe geometrische vormen. “De patronen bestaan altijd uit dubbele lijnen. Die lijnen worden opgevuld met twee draden katoen.” Sheikha wijst op strengen losse katoen terwijl ze haar naald met twee draden in de stof steekt, een eindje doortrekt en omhooghaalt en daarna op dezelfde plek weer doorsteekt. Zijn alle lijnen zo à la trapunto opgevuld, dan kan het borduren met kleur beginnen. “Niet alle vrouwen vullen zelf op trouwens, al is dat niet het meeste werk. De uren zitten hem in de sterretjes.”

Broderie anglaise

Sterretjes? “Ja, het borduren noemen we tanjim, sterretjes maken, omdat dat is wat we doen. Met gekleurd katoenen machineborduurgaren maken we kleine gelijke rondjes.” Ze steekt behendig een lichtbruine draad door een naald. Steeds opnieuw maakt ze een knoopsgatsteek vanuit één punt en werkt langzaam in de rondte. Zo ontstaat een klein gat in het midden, geheel de bedoeling. De gaatjes van de kumma zouden zelfs voor ventilatie bij de extreme zomerse hitte zorgen. “Sommige vrouwen maken eerst een gaatje voor ze gaan borduren, maar dat is helemaal niet nodig. Naast de hele sterretjes, maken we ook halve, nus najm in het Arabisch.” Het doet me sterk denken aan broderie anglaise.
“Of de kleuren nog betekenis hebben? Nee, helemaal niet. De man kiest de kleur, één of meerdere. De meeste mannen hebben wel tien kumma’s of meer in huis, niet per se allemaal handgemaakt. De dishdasha, het traditionele mannengewaad, is doorgaans helemaal wit, maar als hij er een gekleurde rand op heeft, zal hij een bijpassende kumma willen hebben. Wenst hij het borduursel in donkerblauw of zwart, dan vraag ik wel meer geld. Het vergt extra concentratie en het is niet best voor mijn ogen.” Ze wijst op haar bril. Is het borduursel klaar, dan naait ze de twee katoenen delen aan elkaar vast. Vervolgens kan de man de kumma op verschillende manieren dragen: met de rand naar binnen gevouwen, plat of in een punt, naar eigen smaak.

Lampenkapjes

Een beetje jammer is wel dat kumma’s ook onder mussar’s gedragen worden. Al zijn deze gewikkelde geborduurde sjaals – uit Kashmir of Nepal – ook het bekijken waard, van de kumma zie je dan niks meer. Sheikha stelt me gerust: “Die tulband is eigenlijk meer voor gelegenheden zoals bruiloften, je ziet ze minder op straat in Oman.” Ze heeft gelijk. Mannen smokkelen ook. Ook al biedt de kumma structuur, die mussar wikkelen blijft gedoe. Dus kun je zo ook kant en klaar vastgenaaid op een kumma kopen. Die kumma behoeft dan geen handwerk.
Als ik later in Muscats belangrijkste soek, die van Mutrah langs de Corniche, loop, ben ik blij met de aanwijzingen van Sheikha. De lege mutsdelen voor gebruik door de borduursters zijn niet zomaar te vinden. Je moet ver voorbij de souvenirwinkels, naar de textielafdeling voor de locals.
Voor wie een nieuwe toepassing van de kumma wil zien, is een bezoek aan het café van museum Bait Al Zubair nog een aanrader. De petjes hangen er als lampenkapjes boven je koffie.

Deze blog is een bewerking van mijn artikel dat in Handwerken zonder Grenzen, nummer 241, 2024, verscheen.

Geplaatst in ,
Gelabeld met ,